Scents of fragrance

De gevierde Belgische componiste Petra Vermote (°1968) vond in de gedichten van Emily Brönte, William Wordsworth en William Blake het literaire uitgangspunt voor haar omvangrijke TENSO wereldcreatie voor koren, slagwerk en cello. Vermote koos voor gedichten vol beeldrijke beschrijvingen van de natuur en natuurfenomenen die haar inspireerden tot een klank-hedonistische muzikale hertaling ervan. Een instrumentale bezetting voor cello en uitgebreid slagwerkinstrumentarium zorgen voor klankraffinement en zijn zeker even belangrijk als de koorpartij. Voor gemengd koor, fragmenten dubbelkoor, uitgebreid slagwerk en cello.

Het Lets Radiokoor, Noors Solistenkoor, jeune chœur de paris, Kalliope, De 2de Adem en het Mechelse Salvocalee creëren het werk op 15 mei 2016 tijdens de TENSOdays van het Festival van Vlaanderen-Mechelen.

Alle info: www.mechelenhoortstemmen.be/tenso/

Interview Petra Vermote

Petra Vermote, naast de vanzelfsprekende bezetting van vierstemmig koor vraag je voor Scents of Fragrance ook een cello en percussie. Vanwaar deze originele keuze, en wat is de precieze rol van deze toegevoegde instrumenten?
Ik wist dat principieel elke bezetting mogelijk was, maar ik heb niet lang moeten nadenken over deze keuze. Slagwerk biedt enorm veel ritmische mogelijkheden, maar ook naar kleur toe is percussie bijzonder rijk. De cello is een beetje de lyrische tegenhanger. Beide instrumenten hebben een redelijk zelfstandige rol en zijn niet uit het werk weg te denken: er zijn instrumentale tussenspelen en de partijen zijn ook qua sfeer vaak sterk met de zangpartijen verbonden. 

De titel van het werk, Scents of Fragrance, spreekt tot de verbeelding. Vanwaar komt die frase en hoe werkt die muzikaal in het werk door?
De titel komt uit een gedicht van Emily Brontë. Haar gedichten roepen bij mij meteen een klankbeeld op van een visuele kracht. Het lezen van haar gedichten is bijna een synesthetische ervaring. Dat simultaan aanspreken van meerdere zintuigen is vaak aanwezig in Brontës poëzie en dat probeer ik er uit te halen. Vergeleken met mijn andere composities is dit werk dan ook tamelijk programmatisch. Je kan immers nooit ingaan tegen het spontane dat de tekst in je oproept.

Voor de tekst van je werk kies je gedichten van Emily Brontë, William Wordsworth en William Blake. Wat verbindt deze auteurs?
Ten eerste hun buitengewoon prachtige Engels. Met een paar goedgekozen woorden hebben ze meteen de juiste sfeer vast en ook de klank van hun taal trok me aan aan. Daarnaast koos ik deze gedichten omwille van het gemeenschappelijke onderwerp van transcendentie. Als je de gedichten leest, krijg je meteen het gevoel dat er nog ergens iets 'boven' de tekstoppervlakte zit: de gedichten hebben vele lagen, en je krijgt nooit het gevoel dat je het einde van die lagen bereikt. Het zijn ook allemaal zeer romantische gedichten, zonder sentimentalistisch te zijn. Het lezen van deze teksten geeft mij een voldoening die met weinig te vergelijken valt. Deze compositie ligt me dan ook echt nauw aan het hart.

Hoe vertaal je die tekstuele inhoud naar de partituur?
Dat is natuurlijk een componistengeheim (lacht)! Voor mij zijn mijn oren mijn grootste connectie met de buitenwereld, en elke visuele prikkel zet ik in mijn verbeelding instinctief om in klank. Wanneer ik teksten lees, leg ik onmiddellijk een link met een soort van innerlijke muzikale wereld.

Is die klankenwereld tonaal, atonaal, modaal, ...?
Meestal ontstaat pas tijdens het componeren het besef dat er een tooncentrum in het werk geslopen is, en dat een bepaalde noot of een bepaald akkoord belangrijker is dan een ander. Maar dat gebeurt altijd spontaan en houdt zeker geen restricties in; het beperkt nooit de vrijheid die ik als componist ervaar en wil blijven ervaren.

Hoe is Scents of Fragrance in grote lijnen opgebouwd?
Het werk bevat vijf koordelen die in principe ook apart kunnen worden uitgevoerd, maar in zijn geheel heeft het werk natuurlijk het meeste kracht. Eerst klinken twee koordelen, dan een instrumentaal tussenstuk, opnieuw gevolgd door twee koordelen, een instrumentaal tussenstuk en dan het slotdeel op het fantastische Laughing song van William Blake. Er zit veel variatie in het werk, want ik wissel bewust af tussen actievere stukken en meer ingetogen passages. De volgorde van de gedichten heb ik trouwens ook intuïtief bepaald; hoewel het werk in zijn totaliteit niet echt een verhaal vormt, is er voor mij geen andere volgorde denkbaar.

Wat kan het vandaag nog betekenen om een componist te zijn?
De maatschappij is voortdurend in verandering. Mensen veranderen mee, maar enkele wezenlijke dingen blijven altijd dezelfde. Elk individu heeft nu eenmaal behoefte aan communicatie en expressie, en enkel het medium voor die expressie verandert. Die communicatieve functie van kunst zie je heel goed in totalitaire regimes, waar sommige kunst meteen verboden wordt, precies omwille van haar maatschappelijke impact. Kunstenaars zijn buitengewoon noodzakelijk omdat ze een kritische afstand aannemen tegenover de maatschappij. Anno 2016, in volle crisis, hebben we dus meer dan ooit behoefte aan kunst, en als componist kan je daarin niet eigenwijs genoeg zijn!

Wat kan het publiek overtuigen om naar dit concert te komen?
Het is in alle opzichten gewoon een ontzettend leuk project. Uit verschillende landen komen mensen samen om muziek maken, en dat smeedt echt banden. Niet alleen is muziek een universele taal om te begrijpen, ze wordt hier ook 'universeel' uitgevoerd. Dat maakt die band extra sterk en dat zal in ieder geval zichtbaar en hoorbaar zijn.

Interview opgetekend door Arne Herman

Deel deze pagina

Reageer

Login of registreer om te kunnen reageren