L'amour de moy

Tabs

Aan de slag

Sebastiaan van Steenberge neemt ons met L’amour de moy mee naar een Franse tuin met haar mooie geuren en kleuren in de vredige natuur.

Frans chanson

Van Steenberge behoudt de oorspronkelijke melodie van het Franse chanson. Het chanson is in de eerste strofe gemakkelijk te horen in de sopraanpartij, in de tweede strofe moeten we luisteren naar de baspartij om flarden van de melodie terug te vinden. Het is aan te raden om de repetitie te starten door samen de melodie te zingen.

Een goede aanzet

De tweede strofe, vanaf maat 20 tot en met 27, geeft een goede aanzet om de compositie meerstemmig aan te leren in het koor. Als je start met de eerste twee maten als opwarming, dan ben je goed op weg om aan een mooie samenklank te werken. Je kan de partijen opbouwen van laag naar hoog. In de baspartij staan er veel opéénvolgende secunden, maar wanneer je bij de sopraanpartij komt, worden de sprongen groter. Het is belangrijk dat je hier toch blijft luisteren naar een mooie legato.

Koorklank

Start deze passage op een klinker (vocalise) in plaats van op tekst. Daardoor kan je aandacht geven aan een mooie klankkleur. Wijs de koorleden nogmaals op de inhoud van het lied. Een warme klank zal dan automatisch ontstaan. Vraag de koorleden om hun ogen te sluiten, om zo de sfeer op te nemen van het koorstuk. Laat hen zoeken naar een mooie koorklank. Geef aandacht aan de samenklank zodat de akkoorden die elkaar opvolgen precisie krijgen. De korte toonaardwissel moet mooi en zuiver gezongen worden. Vooral de alten hebben daarin een groot aandeel want zij zijn de partij die de fa kruis introduceren, maar het zijn ook zij die kort daarna terug de fa hersteld zingen. Wanneer je van strofe 2 de eerste vier maten hebt gezongen, ken je de volgende vier maten ook. Heb je het kleine verschil in de sopraanpartij opgemerkt in maat 26 en op het einde van maat 27?

Tijd voor tekst

Doe als dirigent zeker het nodige opzoekingswerk in functie van de juiste kooruitspraak. Misschien is één van je koorleden wel van Franse afkomst of leerkracht Frans? Als je de koorleden actief betrekt bij het aanleren van een koorwerk dan stimuleer je hen om naast het zingen ook op een andere manier creatief bezig te zijn in het koor. Pas wel op: er zijn wel degelijk verschillen tussen een Franse-uitspraak-gesproken en een Franse-uitspraak-gezongen. De ‘r’ is daar een mooi voorbeeld van: als je die uitspreekt verwacht men een huig ‘r’, maar wanneer je ze veelvoudig zo zou zingen komt dat de stemspier niet ten goede. Een tongpunt ‘r’ is dan aangewezen. De anonieme tekst komt vermoedelijk uit de 15de eeuw. Je kan dus op zoek gaan aar de uitspraak van het middel-Frans.

Halfweg

Je staat ondertussen al verder dan je denkt, strofe 2 is op toon gezet en de melodie is gekend. Globaal genomen ken je dus al 2 van de 4 pagina’s muziek. Misschien is het niet slecht om toch nog eens terug te grijpen naar de melodie die start in het begin van het koorstuk. De melodie wordt terug even opgefrist en daarna kan je verder naar het meerstemmige gedeelte dat daar op volgt. In maat 12 start de vierstemmigheid. Laat de alten en de tenoren toch nog even de melodie meezingen met de sopranen terwijl de bassen de baspartij voor hun rekening nemen. Wanneer de buitenste stemmen goed samen klinken dan kan je één voor één de alten en tenoren toevoegen. Vind je het ook vervelend als je als dirigent een partij moet laten wachten terwijl je een andere partij aan het aanleren bent? Laat dan de sopranen en bassen hun partij eens neuriën terwijl de alten en tenoren voluit mogen zingen. Meteen krijg je dan ook al het totaalplaatje van de harmonieën te horen. Het is ook altijd leuk om te spelen met dynamiek. De sopranen krijgen steeds hun gloriemoment als meest opvallende partij, misschien is het dan wel eens leuk om één partij forte te laten zingen terwijl de anderen stemmen pianissimo zingen. Dat is voor de meeste koorleden geen gemakkelijke opdracht: de start zal perfect zijn, maar het doorgedreven zacht blijven zingen is een heuse opdracht voor een grotere groep zangers. Als je nu kijkt naar de laatste (de vierde) pagina, dan zal je merken dat er slechts enkele kleine verschillen zijn met de tweede pagina. De harmonisatie is dezelfde. Van Steenberge schrijft hier geen tekst op de muziek, maar vraagt om op vocalise te zingen, opnieuw een ideale manier om je koorleden bewust te laten luisteren naar de goede samenklank.

Nu nog het korte slot

De tenorpartij is de enige partij met grote intervalsprongen, daarom moet je deze partij zeker voldoende aandacht geven. Uiteraard hebben de andere partijen ook hun aandacht nodig, maar zij houden het simpel in deze passage. Let er op dat iedere stem tot op het einde energie blijft steken in zuiverheid en kwaliteit: de ronde klanken van de woorden op de laatste noten zijn perfect om tot een mooie koorklank te komen.

Er zit meer in een liedje dan je denkt

Het is zeer belangrijk dat je nooit vergeet om aandachtig te luisteren naar het koor. Wanneer elke stem zijn partij kent en alle partijen samenklinken is het aanstekelijk om mee op te gaan in het enthousiasme van het koor. Hoe leuk is het niet om een compositie aan te leren en na lang puzzelen te horen dat het klinkt? Dan wordt het gevaarlijk, want zingt iedereen effectief nog de juiste noten, ritmes en dynamiek? En spreekt iedereen nog steeds de tekst correct en duidelijk uit? Bovendien: weten we allemaal nog steeds waarover het lied gaat? Een dirigent geeft vaak een hele inleiding over het werk alvorens de koorleden beginnen te zingen, en terecht, maar dikwijls is dat het enige moment waarop men over de inhoud van het werk praat. Je moet, als dirigent, je koorleden meermaals wijzen op het verhaal en de emotie die achter het koorstuk zitten. In het geval van deze compositie is dat de liefde: een mooi en puur gegeven dat lyrisch en met bezieling moet gezongen worden!

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren