Lamtietie damtietie

Tabs

Aan de slag

Lamtietie Damtietie is een fijn werkje voor vrouwenkoor. Het is opgebouwd uit zachte, zoete, melodieuze lijnen die afgewisseld worden met ritmische structuren. Gebruik makend van diverse compositietechnieken weet Maarten in dit werk een zeer serene, maar ook vertellende sfeer te creëren. Het Zuid-Afrikaans als taal maakt het geheel voor de luisteraar toegankelijk. Als kind  lig je vol verwondering te luisteren om uiteindelijk in een zoete slaap te vallen. Het werkje werd gecreërd op 4 juni 2016 in Bozar, Henry Le Boeufzaal, door Vocaal Ensemble Freya onder leiding van Gert-Jan Verbueken.

Structuur

Je kan het werk opdelen in verschillende fragmenten met een eigen karakter.

Tijdens de intro gebruikt Van Ingelgem zachte glissandi, waarbij hij heel traag overgaat van de ene naar de andere noot. De melodie blijft zweven rond de fa. Het kind wordt hier aangesproken om langzaam wegdromend naar het verhaal van de moeder te luisteren.

In maat 13 blijft in de lage alt nog een stuk van de intro hangen. De andere stemmen vertellen fluisterend het verhaal aan het kind. Een verhaal over de wind in de bomen en over het water, langzaam aanzwellend en terug verdwijnend. Op het einde van dit gedeelte (maat 22) wordt het kind terug zachtjes aangespoord om in slaap te vallen. Je hoort een stijgend en dalend tertsmotief dat in de sopraanpartij canonisch wordt herhaald. Dit motief is een verwijzing naar het bekende lied Broeder Jakob. Het geheel blijft hangen op een fermate waar alt en sopraan tegen elkaar aanschuren met een secunde.

Het volgende gedeelte (vanaf maat 30) is iets vlotter. Er worden nieuwe elementen toegevoegd en door het gebruik van F-majeur (in plaats van f-mineur) klinkt de muziek plots stralender. Ook het uitbreiden van de registers zorgt daarvoor. De alt blijft het tertstmotief verder aanhouden, terwijl de sopraan iets virtuozer klinkt. Je wordt verder meegenomen in het verhaal, het sterrenstelsel in, dat eruit ziet als de lichtjes van brandweerwagens die staan te flikkeren in de verte. 

In maat 52 komen de stemmen weer dichter bij elkaar, ze dekken als het ware het kind terug toe. In maat 54 introduceren enkele fluitende koorleden een nieuw thema. Het fluiten, boven een bedje van zachte klanken, geeft een feeërieke sfeer waarbij je het gevoel krijgt dat je elk sterretje bijna vast kan nemen. Het fluiten gaat verder met het ad libitum toevoegen van noten, of zelfs vogelgeluiden. De alten leggen een sprei van zachte vocalen, in de tekst weerklinken kleine speldenprikjes (of zijn het vuurvliegjes?).

In maat 67 refereert de componist naar de intro, waarna er vanaf maat 75 een prachtige uitbouw volgt die als een warm bad het kind omhult. De moeder zegt blijf nog maar lang mijn kleine kind.

Vanaf maat 88 begint het slotgedeelte waarin de componist wederom een stiekeme knipoog geeft aan het bekende lied Broeder Jakob door het motief van alle klokken luiden te gebruiken. Langzaam, wiegend in moeders armen, sterft de muziek uit en valt het kind in slaap tijdens een zachte s-klank.

 

Werkpunten

Lamtietie Damtietie is een mooi werk, zeker als je de juiste sfeer weet te pakken. Toch is niet enkel het scheppen van de juiste sfeer een uitdaging als dirigent en koor, je moet ook snel kunnen schakelen tussen de verschillende onderdelen van de partituur. De uitspraak van het Afrikaans mag je ook niet onderschatten.

Het werken met schuivende secundes en het blijven hangen rond één tooncentrum geven een grote uitdaging op intonatief vlak. 

Let goed op het ritme bij het gefluisterde/gesproken gedeelte. De schrijfwijze/druk zorgt namelijk voor een vertragend effect, terwijl de muziek net moet versnellen. Tijdens het fluisteren moet er veel lucht op de tekst zitten. In maat 17 gaat het fluisteren over naar spreken, let erop dat het koor niet te snel te sterk is.

Op het einde van het gesproken gedeelte moet het koor terug inzetten op een fa, hiervoor moet vooral gewerkt worden op het melodisch (intonatief) geheugen van de koorleden.

In het gedeelte vanaf maat 39 moet je goed waken over het tempo, het koor krijgt daar automatisch de neiging om te versnellen omdat er meer beweging in de muziek komt.

In maat 62 is het goed om te weten dat de eerste 3 noten in de gesproken partij (vuur en lug) vrij  van tempo zijn. Dat wil zeggen dat elk koorlid er zoveel kan zeggen als ze wilt zonder enige ritmische puls. Het einde van elke zin is samen (vuurvliegies, lugliggies).

In maat 67 wordt het koor weer uitgedaagd om de juiste noot te treffen. Een tip voor de dirigent: zorg ervoor dat de zangers van de altpartij daar zoveel mogelijk op de fa eindigen, of dat die net iets meer doorklinkt in de klankcluster.

 In maat 75 volgt een mooie opbouw, zorg ervoor dat het koor hier niet te snel, te luid is. Het hoogtepunt is pas in maat 83.

Conclusie

Lamtietie Damtietie is een nog te onbekend muzikaal pareltje dat wel degelijk verschillende uitdagingen biedt. Toch is het zeker doenbaar voor een amateurkoor.

 

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren