Magnificat

Tabs

Aan de slag

Geschiedenis

Het Magnificat is een loflied uit het Evangelie van Lucas (1, 46-55). Met deze tekst legt Lucas het antwoord van de Maagd Maria tijdens haar bezoek aan haar nicht Elizabeth, die toen in verwachting was van haar zoon Johannes de Doper, vast. Meestal wordt het Magnificat na een hymne aan het einde van de Vespers gezongen. Het is een van de gebeden die doorheen de bloei van de polyfonie in de 15de en 16de eeuw vaak op muziek werd gezet. De helft van de verzen werden polyfoon uitgewerkt, terwijl de andere helft in het gregoriaans werd uitgevoerd. Vanaf de 16de eeuw zal het afwisselen van de verzen ook gebeuren met het orgel. 

Structuur

In de Romaanse en Gotische periode was het in specifieke liturgieën gebruikelijk om de wisselzang of litanie om de twee verzen te herhalen. Dat herhalen gebeurde enkel bij feestelijke aangelegenheden. Bart Verstraeten neemt deze vorm in zijn Magnificat op door het gebed te verdelen in telkens twee of vier verzen, waartussen de introductie en het eerste vers opnieuw worden gezongen. Hij besluit het stuk met he Eer aan de Vader, waardoor de compositie perfect in een liturgische context gebruikt kan worden, bijvoorbeeld als slotlied, of zelfs in plaats van het Te Deum. De vorm van het stuk is dus heel eenvoudig en sober, maar daarom niet minder helder. Het spelen met dynamiek zorgt ervoor dat de onderverdeling van de verschillende verzen duidelijk is. Dat maakt het stuk erg toegankelijk voor gevorderde amateurkoren. De wisselzang wordt bovendien herhaald op twee sleutelmomenten, die als ankerpunten dienen. Het hele stuk ademt dankzij de dynamiek, en breidt zich net voor de conclusie uit tot een stevige apotheose op het woord ever. De conclusie begint homorythmisch en wordt divisi gezongen in de bassen en sopranen, wat maar eenmaal voorkomt in het stuk.

Harmonie

Op harmonisch vlak is het een zeer gekleurd stuk. Naar het beeld van een Engelse hedendaagse stijl begint Bart Verstraeten met een kleurrijk dominantakkoord, om vervolgens over te gaan naar de tonica. Die laatste blijft maar tijdelijk echt sober en bloeit verder open naar contrasterende kleuren. Het hele stuk klinkt tonaal. Dat zorgt er extra voor dat de modaliteit en de hyperstructuren van de harmonie er feller uitspringen. De harmonie leeft dankzij de steeds sobere maar efficiënte stemvoering.

Oefenen en uitvoeren

Hoe makkelijk en perfect tonalo-modaal dit stuk ook klinkt, het Magnificat van Bart Verstraeten heeft zijn moeilijkheden en uitdagingen. Het is uiterst belangrijk om een evenwicht in de koorkleur te krijgen, evenals een goed ondersteunde ademhaling van alle koorleden, zodat de intervallen en gecreëerde harmonieën zo zuiver mogelijk blijven. Eén zwakkere stem kan er voor zorgen dat heel het koor met een halve of zelfs een hele toon zakt. Omdat de harmonie minder klassiek is, is het aangeraden dat elke stem zijn stuk al kent voordat er iedereen samen repeteert. De stemvoering is zo geschreven, en over de intervallen is zo goed nagedacht, dat iedereen het heel gemakkelijk alleen kan inoefenen. Als elke stem gekend is, kan men eerst de sopranen en de bassen samenvoegen, gevolgd door de alten en ten slotte de tenoren. Die laatsten geven meestal de meeste kleur aan het stuk. Er kan niet genoeg nadruk worden gelegd op het belang van stemcoaching. Tijdens de opwarming is het noodzakelijk dat iedereen de verschillende resonerende delen van zijn lichaam ondervindt. Inzingoefeningen kunnen helpen en ook op de ademsteun focussen. Omdat er contrapuntisch niet veel gebeurt, is het aangeraden om de klemtoon op de harmonie te leggen, meer specifiek op de modale kleuren die hier en daar horen te zijn. Het hele werk zal pas echt stralen als het besef groeit dat een rust geen rust is. Een rust in de partituur is een aanduiding voor akoestische stilte, maar in werkelijkheid is een rust een moment van verwachting van de muziek, waarbij met spanning de adem wordt ingehouden, wachtend op wat komen gaat. De steun mag echter niet losgelaten worden, en bij het inzetten moet er lang genoeg op voorhand ingeademd worden.

Uitspraak

Let zeker ook op de specifieke uitspraak van de Engelse taal, zoals de 'r' van Spirit, … Rol die zachtjes en in één keer om reliëf te geven en te vermijden dat de medeklinker in de akoestiek van de zaal wegzinkt. Bij maat 8 en maat 31 is het aangeraden om een kleine cesuur in te voeren na Saviour, zodat je een nieuwe zin kan bouwen en de structuur aan de luisteraar duidelijk gemaakt wordt. Hetzelfde geldt voor maten 27, 56, 60 en 64 na Israel en Seeds, waar dit stuwkracht zal geven aan de interpretatie. Bij het woord ever in maat 65, is het heel belangrijk om extra aandacht te besteden aan het vormen van een diepe ronde 'e'. Zorg ervoor dat de verschillende dialecten van de zangers niet te fel doorkomen. Bij maat 70 is er geen dynamiek aanwezig na de crescendo, maar muzikaal en liturgisch zou het prachtig zijn om hier enige fortissimo te plaatsen, gevolgd door een langere cesuur die de klank door de akoestiek laat wegzweven. Afsluitend zou dan zeer vroom en uit het niets het Amen kunnen klinken. Dat vraagt enorme steun en veel werk.

Programma

Dit Magnificat zou heel goed passen bij werken van J. Rutter, B. Chilcott, R. V. Williams, O. Gjeilo, P. Mealor, … Zoals eerder gezegd kan dit werk bij heel wat verschillende aangelegenheden voorgedragen worden, zoals bijvoorbeeld Pasen, Kerstmis, jubileums en andere nationale, regionale, liturgische of historische evenementen.

Conclusie

Het Magnificat van Bart Verstraeten is een pareltje van harmonische kleuren. De stemvoering is zeer nauwkeurig opgebouwd zodat de partijen als gregoriaanse melismen bestudeerd kunnen worden. Het samenvoegen van de vier stemmen is niet evident maar leerrijk. Een publiek omarmt steeds dergelijke nieuwe stukken, die net als glas-in-loodramen de zonnestralen tot kunst verwerken.

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren