Jacob Obrecht

1457
1506

Biografie

Jacob Obrecht werd geboren in Gent 1457/1458  en overleed in  Ferrara, in juli/augustus 1506. Hij was enig kind van Willem Obrecht (1430/35 - 1488), stadtrompettist in Gent, en Lysbette Gheeraerts (1438/42 - 1460). Biografische details over Jacob Obrecht zijn vrij schaars en vaak onnauwkeurig. Zijn werkzame leven lijkt een aaneenschakeling van korte aanstellingen te zijn geweest.

Leven

Biografische details over Jacob Obrecht zijn vrij schaars en vaak onnauwkeurig. Zijn werkzame leven lijkt een aaneenschakeling van korte aanstellingen te zijn geweest.

Obrecht studeerde  theologie en ging kort nadat hij priester werd, naar Bergen op Zoom. In 1484 werd Obrecht leraar aan de zangschool van de kathedraal van Kamerijk en werd hij in 1485 benoemd tot zangmeester aan de Sint-Donaaskerk (nu kathedraal) in Brugge. Na een eerste reis naar Ferrara op verzoek van de hertog Ercole I d’Este kreeg hij een betrekking als koormeester en later als kapelmeester aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk (nu kathedraal) van Antwerpen. In oktober 1504 vertrok Obrecht opnieuw naar  Ferrara en volgde hij er Josquin Des Prez op als kapelmeester. Toen Ercole I op 25 januari 1505 overleed, ontsloeg zijn zoon, Alfonso I d’Este, Obrecht onmiddellijk. Na een poging in Mantua werk te vinden keerde Obrecht als priester terug naar Ferrara. In 1506 overleed hij in Ferrara hij aan de pest.

Componist

Obrecht schreef vooral kerkelijke muziek: missen en motetten. Daarnaast zijn er ook een veertigtal wereldlijke werken van Jacob Obrecht bekend. In zijn missen en motetten gebruikte hij steeds de cantus firmustechniek waarbij rond een, meestal bestaande, melodie de andere stemmen polyfoon verweven werden. Ook zijn er twee parodiemissen van hem bekend.

De eerste parodiemissen

De parodiemis wordt vanaf de 16de eeuw het belangrijkste type miscompositie. Jacob Obrecht was met zijn parodiemissen zijn tijd vooruit! De term ‘parodiemis’ is misleidend. De parodiemis had niks te maken met humor in de moderne betekenis van het woord. De parodiemis vertrekt niet van een eenstemmige melodie of model die als basis van de meerstemmige compositie gebruikt wordt. Bij een parodiemis vertrekt men van een meerstemmig voorbeeld dat in zijn verticaliteit - dus meerdere partijen tegelijkertijd - op de mis wordt overgeplant. Het model is meestal korter dan een uitgebreide vijfdelige mis. Ontleende fragmenten worden daarbij afgewisseld met nieuw gecomponeerde passages. Het model hoeft ook geen eigen werk te zijn, maar kan ook van voorgangers of tijdgenoten afkomstig zijn. Dat waren vaak bewonderde voorbeelden of leermeesters. Geplagieerd worden was een eer! Hoewel in sommige gevallen dubbelzinnige, seculiere liedjes werden gebruikt in de compositie van missen, vormden niet-liturgische kerkmuziek, zoals motetten, vaker de basis voor parodiemissen. Onderstaande parodiemissen van Jacob Obrecht (1457/8 – 1505) verraden in de miscompositie niets van de rusteloze geest van hun tijd, ondanks dat beide gebaseerd waren op modellen die verwezen naar lijden en ellende:

  • Missa Fortuna Desperata, gebaseerd op Fortuna desperata van Antoine Busnois  (ca. 1430-1492), de bekendste componist in Europa tussen Guillaume Dufay en Johannes Ockeghem.  
  • Missa Maria zart, von edler Art, gebaseerd op het gelijknamig geestelijk lied Maria zart, von edler Art, ein Rose ohn allen Dornen, du hast aus Macht her widerbracht daß vor lang war verloren.

Vocale werken (selectie)

  • Beata es, Maria (s.d.), vierstemmig, beluister het hier.
  • Missa Maria Zart (1503), vierstemmig, beluister het hier.
  • Fors seulement (1504), vierstemmig, beluister het hier.
  • Salve regina (s.d.), zesstemmig, beluister het hier.
Missa l'homme armé (Kyrie) door Capilla Flamenca
Deel deze pagina