Tegen het zwijgen

Tabs

Getting started

De jonge en talentvolle Vlaamse componist Hans Helsen schreef recent een a capella-koorwerk voor driestemmig vrouwenkoor (S-M-A) op tekst van de Leuvense auteur Jos Stroobants. Het werd een heel bevattelijke compositie met een heldere ABA-vorm (AA’BA’’) en afgesloten met een codetta.

Polyfoon ostinaat

In het A-deel wordt de melodie ondersteund door een polyfoon ostinaat van 2 stemmen. Daarvoor is een rustige legato-vierslag aangewezen. Speciale aandacht zal moeten uitgaan naar de intonatie van de mezzo omwille van halve en hele tonen die bepalend zijn voor hun melodische lijn. In het A’-deel vinden we de melodie terug in de altstem en wordt het vooral een zoeken naar een goed evenwicht tussen de drie stemmen om zo de integere sfeer te bewaren.

Contrast

Deel B zorgt meteen voor contrast: de homoritmische koorbehandeling maakt plaats voor de lineaire schrijfwijze waarbij de S/M-groep een eenheid vormt t.o.v. de vrij bewegende altstem (..als het suizen van de wind..) vanaf maat 33 overgenomen door de middenstem. Voor de 6/4 maatsoort gebruik je het beste een 3/2-slag die beantwoordt aan de woordaccenten van de twee bovenstemmen. Omwille van het uitblijven van een duidelijke toonaard in dit B-deel kan je spreken over het tooncentrum LA met een ‘octotonische’ inkleuring die vervolgens vanaf maat 33 getransformeerd wordt naar de authentieke RE klein gevolgd door een korte homofone afsluiting. Tevens wordt er aandacht gevraagd voor de dynamiek in de maten 37-38-39-40: die laat je het beste klinken als een ‘verdoken’ diminuendo.

Geflirt met de middenstem

De beginsituatie wordt hernomen vanaf maat 41 (A’’): melodieondersteuning van een 2-stemmig polyfoon ostinaat. Een klein verschil zien we opduiken in maat 44 waar de altstem aanwezig blijft; het muzikale gedachtengoed wordt overgeplant op deze tekst met zijn eigen frazering. De legato-vierslag is ook hier weer van toepassing. Misschien toch even aandacht hebben voor maat 48 (=begin van het codetta) waarbij de eerste tel best onderverdeeld geslagen wordt in functie van de plaatsing van de eindconsonant gevolgd door de fermate-afslag op de derde tel. Een verdere slagtechnische suggestie voor de laatste drie maten: Verdeel de 5/4-slagfiguur in 2 + 3 volledig overeenstemmend met de woordaccenten. Bovendien vraagt de intonatie weer aandacht omwille van het geflirt van de middenstem met de grote en kleine secunden. Voorzichtigheid is geboden! Laat de mezzo zo snel mogelijk samen zingen met de alt om het majeur-mineurgevoel een plaats te geven.

Aanrader

Dit koorwerk is een grote aanwinst voor het gelijkstemmig repertoire: een frisse eigentijdse benadering van een erg mooie poëtische tekst. Een absolute aanrader!

Share this page

Leave your comment

Log in or register to post comments