Singhet ende weset vro 1
verzamelbundel
Componist
Info compositie
Functionaliteit:
Bundel met profane én religieuze muziekMuzikale vorm:
Bundel met allerlei vormenTaal:
NederlandsInfo bezetting
Koor:
1 x Unisono
Begeleiding:
a capellaInfo uitgave
Uitgavevorm:
VerzamelbundelsUitgever:
Boekhandel Die GraelPlaats:
GentJaar:
1942Aantal bladzijden:
XVI+308Liederen binnen deze bundel
't Is tijd! Er moet in 't Vlaamsche land!'t Ros Beyaerd
't Vaarwel was kort (Ijzerpsalm)
't Was op een Witten Donderdag
't Zijn weiden als wiegende zeeën (Vlaanderen)
Aan U, o Koning der eeuwen
Aenhoort, ick sal beghinnen
Al die daer zeidt de reus die kom'
Al die er zijn kostje
Alle die willen naer Island gaen
Alleluia
Alles wat immermeer (Hasseltsch Meilied)
Als 't vaantje wappert, beiaardier
Als de brem bloeit
Als de kerels gaan op toer
Als de kerels te gare zijn (Doedele, bomle)
Als de rombom heeft geslagen
Als in den Mei
Ave Maria, o suyver maecht
Belgisch volkslied
Bij 't dagen in 't Oosten
Bim bam, klokkengelui
Bobbejaan klim die berg
Christus is opgestanden
Daar boven op dat bergsken
Daar is een zucht die gloeit (Transvaal)
Daar is maar één land
Daar kwam een boer van Zwitserland
Daar kwam een muis geloopen
Daar kwamen drie koningen
Daar was e wuf die spon
Daar was lestmaal een kwezelken
Daar zat een sneeuwwit vogeltje
Dan mocht de beiaard spelen
De bange nacht is alweer om
De beiaard speelt
De herderkens lagen bij nachte
De Noordzee bruist (Mijn land is Vlaanderen)
De trommel slaat
De vedel aan de zijde (De zanger)
De Vlaamsche Leeuw
De winter is verganghen
Den uyl die op den peerboom zat
Des morgens als de jachthoorn schelt
Des winters als het regent (3 versies)
Die boer die zwoer hem blou (Die kat kom weer)
Die Mei spruut uut
Die Mey pleysant
Die studentenjare gaan verbij
Door de liefde wilt ontwekken
Door de Nederlanden (De Schelde)
Driemaal ridder (St. Gerolfslied)
Drij koningen rijk
Een jager uit Kurpfalz
Een kindekijn is ons gheboren
Een kint gheboren in Bethlehem
Een seraphinische tonge
En 's avonds
En als wij marcheren
En daar zat eenen uil en spon
En onze Lieve Vrouw der koude bronne
Er groeien idealen
Er is een kindetje geboren
Er is een roos ontsprongen
Er kwamen drie koningen
Fransche ratten
Geen schooner land
Geluckig is het land
Gestaald, gesterkt (Vlaandren den leeuw)
Gezegend zijt Gij (De Rozenkrans der knapen)
Glorieuse violette
God groet u zuivre bloeme
Goedendag
Groeningeveld
Hallelujah
Heb je van de zilveren vloot
Hedde niet gehoord van de zeven
Heer Halewijn
Heer Jezus heeft een hofken
Herderkens, herderkens, die er zo vroom
Herders brengt melk en soetigheyd
Herders, hij is geboren
Het is slechts langs de rechte baan
Het kindje Jezus is geboren
Het viel een hemels douwe
Het Vlaamsche heir
Het Vlaamsche volk
Het waren twee conickskinderen
Het was een maghet suyver en net
Het was een maghet uutvercoren (2 versies)
Hier staan tot afscheid
Hij vleide geen grooten (Van Rijswijck-marsch)
Hoe groot, o Heer
Hoe leit dit kindeken
Hoe zou ik Vlaanderen niet beminnen
Hoera (Strijdkreet)
Houdt u fier
Ic sie die morghensterne (Ridderlied)
Ick heb gheiacht al mijn leven lanc
Ick wil te lande rijden
Ik had een wapenbroeder
Ik heb mijn ziel geheven
Ik voel alsdat mijn tong herleeft
Ik wil mij gaen verheugen
Ik wil van den keerle singhen
Ik zag den Heere van 't Hemelrijk
Ik zie er dat Vlaanderen zo geren
In dichte drommen (E.K. Lied)
In dulci jubilo
In een blauw geruite kiel
In Jesu naeme
In naam van Oranje
Ja knapen, 't hoofd omhoog
Jan Hinnerk
Jan Plompaart
Jerusalem, ghij schoone stat
Jong Vlaanderens knapenschaar
Jonge gezalfden
Jutho, vooruit
Kent gij dat land vol heldenmoed
Kerels der Noordzee
Knapen van Vlaanderen (Strijdzang)
Komt hier al bij (Pierlala)
Komt, vrienden, in de ronde
Kunst is de kracht
Laet ons mit hogher vrolicheit
Laet sang en spel
Lestmael op eenen somerschen dag
Lieve Vrouwe van ons land
Looft nu den Heere (Jong-Vlaamsch Te Deum)
Maria die soude naer Bethlehem gaen
Maria door een doornwoud trad
Maria, Godes moeder
Meietijd ons verblijdt
Merck toch hoe sterck
Mijn vader gaat op zee
Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief
Morgenrood
Naar Oostland willen wij rijden
Nachtegaal
Neemt mij in der hant
Nu een lied der Vlaamsche zonen (De Blauwvoet)
Nu hoort wat Jesus heeft ghedaen
Nu is die roe van Jesse
Nu sijt wellecome
O blanke maagd
O Gent, volschoone stede
O Heer, die daar des hemels tente spreyt
O Jesu, nu de dagtaak (Avondgebed)
O Jesulijn zoet
O keer din' ooghen
O Kerk van twintig eeuwen
O Kerstnacht
O Kruise, den Vlaming
O land van roem en rouwe (Trouw aan Vlaanderen)
O Lutgardis
O Maria, die daar staat
O nacht, o blijde nacht
O Nederland let op uw saeck
O soete bloemkens
O soeten Jesus
O, herders, laet u boxkens
O, hoe zoet is 't mij
Ons is gheboren een kindekijn
Onthout Vlaenderen
Ontwaakt gij luie slapers
Op een gitzwarten hengst (Vlaamsche doodendans)
Op eenen boom een koekoek zat
Reeds buigen rijpe halmen (Missielied)
Rijs op! Heldhafte knapenschaar
Sa, laat ons vroolijk wezen
Sacerdos et Pontifex
Schutsengel van de Vlaamsche jeugd (Berchmanslied)
Stile nacht
Suze nanje
Syt vrolyc groot en cleyne
Toen Schelde en Leie (Willemslied)
Trekt uit
Uit die blou van onse hemel (Die stem van Suid-Afrika)
Vaarwel en goede nacht
Vaarwel mijn broeder
Vader Jacob
Verblijdt u, Vlaenderlant
Vier weverkens
Viva Pio
Vlaanderen roept
Vlaanderen volg den witten kaproen
Vlaanderen, laat in 't zonneschingen
Vlaenderen dach en nacht
Vlammen, rijst omhoog
Vooruit ten strijd!
Vrienden, komt, zit neder in de ronde
Waait mij nu zoetjes
Waar 't voetpad langs de heining vlucht
Waar in 't bronsgroen eikenhout
Waar is er kerke zonder zang?
Waar Maas en Schelde vloeien
Waarom ik voor geen vreemden buig
Waer dat men sich al keerd
Waerom sijt ghij soo langhen tijt
Wat voor vijand durft ons naken
Wat zingt die hoge toren
Weest nu verblijt
Welaan, maar vlug aan 't jagen
Wi willen heden vrolic syn (St. Franciscus-lied)
Wie dat sich self verheft
Wie gaat met ons mee
Wie herbracht hier de rust (Arteveldelied)
Wie kust er zo driftig der duinen zand (De Noordzee)
Wie recht in vreugde wandlen wil
Wie was diegene die de looverkens brak?
Wie wil hooren (Van den jongen smid)
Wie zijn de knapen
Wij dragen een vlag
Wij komen van 't Oosten
Wij staan in den rijzenden dageraad
Wij stappen geren zingend
Wij stappen geren zingend
Wij stappen lustig door het land
Wilhelmus van Nassouwe
Willen wij 't haasken jagen
Wilt heden nu treden
Wonderschoon, prachtige
Zeg kwezelken, wilde gij dansen?
Zie broeder 't spel der vlammen
Ziet gij den zwarten leeuw
Ziet over 't puin
Zwarte reus (De Vlaamsche smeder)
Waar vind je deze partituur?
Antwerpen - B30NV/00.1
Uniek nummer 1:
024374Uniek nummer 2:
657533