Chris Dubois

1934

Biografie

Dubois als student

In 1952 startte Dubois (7/12/1934) zijn opleiding orgel aan het Lemmensinstituut te Mechelen bij Piet Vanden Broeck. Hij volgde er ook contrapunt bij Marinus de Jong en harmonie en fuga bij Staf Nees. Die twee muzikanten bleken een inspiratiebron voor Dubois. Na vier jaar Lemmensinstituut te hebben gevolgd, besliste Dubois om in 1955 naar Antwerpen te gaan. Daar kon hij orgelles volgen bij zijn grote voorbeeld Flor Peeters. Hij behaalde verschillende prijzen in orgel, muziekgeschiedenis, contrapunt en fuga. Na een studie van 6 jaar in Antwerpen besloot Chris Dubois psycho-acoustica en elektronische muziek te studeren aan de Gentse Universiteit. Die studies waren een voorbereiding op het examen musicus-modulator bij BRT. Hij slaagde voor het examen, maar werd niet aangenomen. 

Een gewaardeerd organist

In 1964 werd Dubois laureaat van de internationale orgelwedstrijd te Brugge. Tot op heden is hij de enige Belgische laureaat van deze wedstrijd. In 1967 werd hij orgeldocent aan het Lemmensinstituut te Leuven. Hier leverde hij vele studenten af voor orgel die later naam en faam maakten in de orgel- en muziekwereld: Peter Pieters, Luc Ponet, Bart Naessens, Peter Ledaine, Ignace Michiels… Ook aan de muziekacademie te Roeselare verleende Dubois zijn diensten als orgelleerkracht. In 1980 werd hij aangenomen als orgeldocent aan het Conservatorium van Brugge.

Ook in het buitenland trad Dubois regelmatig op. Hij gaf concerten in de Verenigde Staten, Canada, Italië en Duitsland. Tijdens een concertreis naar Groot-Brittannië was hij solist in Kings College in Cambridge en Johannes Paulus II nodigde hem als eregast uit om in zijn huiskapel in het Vaticaan de dienst op te luisteren bij de 150ste verjaardag van het Pauselijk-Belgisch college. 

 Daarbij ijverde Dubois steeds voor de erkenning en de verspreiding van de Vlaamse orgelmuziek. Hij speelde muziek van Flor Peeters, Jacques-Nicolas Lemmens, Herman Roelstraete, Edgar Tinel, Piet Swerts… Nog steeds vindt hij het belangrijk dat jongeren in contact komen met het orgel en maakt hij hen warm voor het instrument. Tot op heden is hij verbonden als vaste organist aan het monasterium van de paters Karmelieten te Brugge waar hij zijn medewerking verleent aan de wekelijkse hoogmis in samenwerking met de Scola Gregoriana Brugensis onder leiding van Roger Deruwe.

Hindemith als inspiratie bij het componeren

Al op jonge leeftijd begon Chris Dubois te componeren. Hij componeerde voornamelijk voor orgel, maar ook voor onder andere beiaard, piano en koor. Verschillende van zijn composities leveren hem prijzen op. Zo behaalde hij onder andere in 1981 de ‘Premie van de Provincie West-Vlaanderen’ voor zijn compositie uit 1970 The house by the leaning tree, Ode aan Marnix Gijsen, een koorwerk voor vier gemengde stemmen a capella. Toen hij deze triptiek componeerde, bevond hij zich in een experimentele periode met moeilijke passages en onverwachte samenklanken. 

Dubois componeert naar eigen zeggen niet volgens de traditionele regels van de muziek. Hij geeft zelf aan dat hij lak heeft aan alles wat academisch is en dat het zijn bedoeling is om verrassende elementen in zijn composities te leggen. Wanneer muziektheoretici zijn muziek willen verbeteren of zijn compositietechniek in vraag stellen, wil dat zeggen dat ze zijn visie niet begrepen hebben. De composities van Paul Hindemith inspireren hem tot schrijven, in sfeer, in opbouw van het muzikale materiaal. 

Vlaams Magnificat

Chris Dubois is een ijverige componist. Zo componeerde hij naast vele orgelcomposities, koorwerk met onder andere twee Vlaamse missen, kerstliederen en een kerstsuite, Regina CaeliSalve ReginaMagnificatTe DeumOnze Vaderen verschillende liederen op teksten van Guido Gezelle of herwerkte hij volksliederen waaronder Ick zag Cecilia komen… 

Chris Dubois schreef zijn Vlaams Magnificatin 1971. Het is zijn eerste grote werk voor koor. De basis van dit werk ligt bij Ignace de Sutter. Verder haalde Dubois voor deze compositie zijn inspiratie bij de kleuren van Hugo Distler. Dubois componeert zijn Vlaams Magnificat, net zoals The house by the leaning treein de periode waar hij nog experimenteert met zijn muziek. Hij componeert het op zijn manier en brengt verrassende elementen naar boven. Zo gaat hij in bepaalde passages fugatisch te werk, maar volgt hij niet de traditionele regels van de fuga. Het Magnificat is niet bedoeld als een katholiek werk. Chris Dubois vertelt over de allereerste uitvoering van het Vlaams Magnificat: “Toen de compositie voor de eerste keer werd uitgevoerd door het koor van het Lemmensinstituut, bekeek de toenmalige directeur Jozef Joris, mij met een scheef oog” omdat deze compositie niet volgens de traditionele regels, zoals men ze gewoon was, is geschreven.

Toen de compositie voor de eerste keer werd uitgevoerd door het koor van het Lemmensinstituut, bekeek de toenmalige directeur, Jozef Joris, mij met een scheef oog omdat deze compositie niet volgens de traditionele regels was geschreven.

Het meezennestje 

In 2015 componeerde Dubois Het meezennestjevoor Eva’s masterproef koordirectie. Zo werd Dubois niet alleen het onderwerp van haar theoretische, maar ook van haar praktische proef. Daarvoor vond hij zijn inspiratie echt in de compositiestijl van Paul Hindemith. Het gebruik van kwartopéénstapelingen en het brede kleurenpalet zijn daarvan een gevolg. De compositie moest licht en speels zijn, zoals de vogeltjes. Onbewust gebruikte Dubois een harmonie die we kunnen terugvinden in popsongs van bijvoorbeeld The Beatles. De gekende start van hun song Yesterdaywaarin je een groot akkoord met een toegevoegde secunde hoort, komt regelmatig terug in Het meezennestje. Chris Dubois zegt zelf dat het volmaakte akkoord wel op komst is, maar hij schrijft het niet uit. “Ik hou zoveel mogelijk de oplossing achter. Het ligt in mijn karakter om in plaats van toe te geven toch nog wat uitstel te geven. In plaats van het snoepje zomaar weg te geven, hou ik het nog eventjes achter.” 

Het grote publiek

De muziek van Chris Dubois heeft helaas nog niet de weg gevonden naar het grote publiek. Nochtans creëert hij keer op keer pareltjes muziek die vol van sfeer en emotie zitten. Je merkt aan de koorcomposities dat hij in de eerste plaats een orgelcomponist is, een instrument met veel registers. Hij behandelt de zangstem steeds met eerbied en hij componeert een geheel dat zowel harmonisch als melodisch doorzichtig is. Toch is zijn muziek niet eenvoudig en schrijft hij vaak passages die een hoge concentratie en zangtechniek vergen. Dubois benadrukt dat de muzikanten vrij zijn voor de interpretatie van zijn werk. “Mocht je op de partituur alles schrijven zoals het zou moeten worden uitgevoerd, dan zou het niet meer leesbaar zijn”. De essentie voor Dubois is dat er muziek wordt gemaakt en dat ze aanspreekt.

Ik hou zoveel mogelijk de oplossing achter. Het ligt in mijn karakter om in plaats van toe te geven toch nog wat uitstel te geven. In plaats van het snoepje zomaar weg te geven, hou ik het nog eventjes achter.

Deel deze pagina