Heinrich Isaac

1450
1517

Biografie

Leven

Heinrich Isaac  (Brabant, 1450 - Firenze, 1517) kreeg een goede opleiding, trouwde, maar bleef waarschijnlijk kinderloos. Tussen 1480 en 1492 werkte hij voor Lorenzo de Medici in Firenze. Hij  was er de organist aan de dom, de Santa Maria del Fiore. Later werd hij hofcomponist bij Keizer Maximiliaan I in Wenen. Hij bracht vervolgens een periode in Innsbruck door. In 1497 benoemde keizer Maximiliaan I hem tot hofcomponist, de meest prestigieuze post die een musicus te beurt kon vallen. In 1503 was hij tevens kandidaat voor de functie van kapelmeester in Ferrara. Hoewel Isaac de naam had snel te kunnen componeren en gemakkelijker in de omgang te zijn, ging de post toch naar Josquin Desprez, die eigenzinniger was en tevens hogere financiële eisen stelde. Maar Josquin Desprez was ook in zijn tijd al beroemder als componist, dus koos men niet voor Isaac. Isaac bleef hofcomponist in Wenen en Innsbruck, maar reisde regelmatig naar Firenze en vestigde zich daar ook opnieuw 3 jaar voor zijn dood.

Componist

Velen kennen Heinrich Isaac vooral van Innsbruck, ich muss dich lassen. Isaac is echter de auteur van een enorm oeuvre waarmee hij al snel faam verwierf. Door zijn werkzaamheden in het Duitse taalgebied drongen de vernieuwingen van de 3de generatie van Vlaamse polyfonisten ook daar door en beschouwt men Isaac als een sleutelfiguur in de internationale verspreiding van de Vlaamse polyfonie.

Isaac schreef maar liefst 36 missen, velen ervan gebaseerd op traditionele gregoriaanse melodieën. Zijn missen worden gekenmerkt door een grote bezetting en lange melodielijnen. Isaac componeerde een 50-tal motetten en profane werken in het Frans, Italiaans, Duits en zelfs Latijn.

Tot 1680, hoewel de sublieme kunst van zijn muziek in heel Europa zowel tijdens zijn leven als na zijn dood werd erkend en geprezen, werd het werk van Isaac geleidelijk gedegradeerd tot bibliotheken en muzikale archieven. Meer dan 400 jaar zouden voorbijgaan voordat er opnieuw interesse was in zijn muziek.

Choralis Constantinus

In 1508 kreeg Isaac de opdracht om voor de kathedraal van Konstanz een verzameling van 450 op gregoriaans gebaseerde polyfone motetten voor het proprium (wisselende deel) van de mis te schrijven. Het was de eerste verzameling van polyfone zettingen van de propriumgezangen voor het hele kerkelijk jaar. Tot dat moment bestonden er alleen maar complete polyfone zettingen van het ordinarium. Deel 1 en 3 werden gecomponeerd voor de Habsburgse Koninklijke Kapel, deel 2 voor de kathedraal van Konstanz. Een groot deel hiervan zijn van Isaacs hand. Na zijn dood werkte zijn leerling Ludwig Senfl het werk af. Het werd posthuum gepubliceerd in drie boeken tussen 1550 en 1555. Isaac gebruikt technieken als cantus firmus, canon en imitatie. De verzameling is een compendium van alle toenmalige contrapuntische technieken en daarom van muziekhistorisch belang. 

Vocale werken (selectie)

  • A la battaglia (voor 1487), vierstemmig, voornamelijk populair als instrumentaal werk, hoewel bronnen wijzen op minstens 1 vocale uitvoering. Beluister het hier.
  • Quis dabit capiti (1492), vierstemmig. Beluister het hier.
  • Lamento per la morte di Lorenzo Il Magnifico (1492), beluister het hier.
  • Innsbruck, Ich muss dich lassen (1510), vierstemmig.
  • Missa de apostolis, vierstemmig. Beluister het hier.
Capilla Flamenca aan het werk tijdens een opname met werk van Heinrich Isaac, 2011.
Deel deze pagina