Lieven Duvosel

1877
1956

Biografie

Opleiding

Lieven Seraphinus Duvosel (Gent 14/12/1877 - Sint-Martens-Latem 20/04/1956) was een muzikaal wonderkind en speelde reeds als 7-jarige in het café chantant van zijn vader en stiefmoeder. Vanaf zijn 12 jaar volgde hij lessen op het conservatorium van Gent waar hij zich bekwaamde in de notenleer, piano, harmonie en contrapunt. In 1991 schreef hij zijn eerste compositie Le Crépuscule voor piano. In 1992 dirigeerde hij zijn eerste cantate Hymne au Drapeau voor tenor, mannenkoor en orkest. Hij componeerde vanaf dan vooral Vlaamse koormuziek en dirigeerde als student heel wat koorverenigingen en harmonieën.  Hij trok na zijn studies aan de conservatoria van Gent en Antwerpen naar Parijs, waar hij tussen 1904 en 1908 aan het conservatorium studeerde bij Widor (orgel), Lenepveu (contrapunt) en Fauré (compositie). Daarnaast volgde Duvosel er aan de Université libre enkele cursussen.

Componist en dirigent

Van 1908 tot 1918 trad Lieven Duvosel op als dirigent van verschillende muziekverenigingen en muziekleraar aan de stadsscholen in Gent. Na de eerste wereldoorlog (Duvosel had mee geijverd voor de Vervlaamsing van de Gentse universiteit)  verbleef Duvosel drie jaar in Berlijn, waar hij contacten had met Richard Strauss en Arthur Nikisch die enkele van zijn werken dirigeerden (onder andere met de Berliner Philharmoniker). Nikisch introduceerde hem bij de muziekuitgeverij Breitkopf & Härtel, die verschillende van zijn werken publiceerde.

Van 1920 tot 1940 woonde hij in Nederland (Den Haag en Haarlem) en daar leidde hij een aantal belangrijke orkest-, koor- en oratoriumverenigingen. In deze periode beëindigde hij zijn vijfdelige Leiecyclus (voor soli, koren, orgel en uitgebreid orkest), waaraan hij tussen 1902 en 1923 had gewerkt.

Van 1941 tot zijn dood in 1956 woonde hij terug in België. Naast symfonische composities, koorwerken en kunstliederen schreef hij ook een aantal strijdliederen en -koren.

In totaal zijn er ongeveer 350 composities van hem bewaard, vooral laat-romantische werken, verfijnd polyfonisch, sterk in contrapunt, impressionistisch van kleur. De meeste daarvan worden bewaard in het archief van het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en kunnen elektronisch geraadpleegd en gratis gedownload worden. Vooral in zijn a capellawerken voor mannenstemmen komen zijn vloeiende zingbare melodielijnen prachtig tot hun recht.

Koorwerk (selectie)

  • Ave Maria voor gemengd koor en orgel, SATB, handschrift
  • Pater Noster voor gemengd koor en orgel, SATB, handschrift
  • Vier Vlaamse Volksliederen voor gemengd koor, SATB, handschrift (Heer Jezus heeft een hofke, Gloria in Excelsis Deo, Stille Nacht Heilige Nacht, Wilhelmus van Nassauwe.
Deel deze pagina