Norbert Rosseau

1907
1975

Biografie

Leven

Norbert Rosseau werd geboren in een artistieke familie. Zijn moeder, Stella Lussie, een begaafd pianiste, en zijn vader Maximiliaan, elektricien, violist, circusartiest en muzikale clown, werkten in  een variétégezelschap dat door Italië trok. Norbert leerde op jonge leeftijd van zijn vader viool spelen. Het gezin bleef door het uitbreken van WO I vanaf 1915 noodgedwongen in Italië. Daar kreeg Rosseau vioolles bij Armando di Piramo (eerste violist van het orkest van Monte Carlo, later leider van een bekend zigeunerorkest en jazzpionier). Rosseau was 8 jaar toen hij voor het eerst optrad. Voor zijn gewone opleiding was hij aangewezen op thuisonderwijs en zelfstudie. 

Op twaalfjarige leeftijd begon hij compositie te studeren als privé-leerling van Giuseppe Mulè, op dat moment directeur van het Conservatorium te Palermo. Vanaf 1925 volgde Rosseau zijn leraar naar Rome, waar Mulè directeur was geworden van het Conservatorio di Santa Cecilia. Rosseau begon met studies over Italiaanse letterkunde en over geschiedenis van de oude muziek en nam vervolgens, steeds als privéleerling, pianoles bij Renzo Silvestri, orgelles bij Fernando Germani en fuga bij Cesare Dobici. Aan het Conservatorio di Santa Cecilia behaalde Rosseau in 1929 zijn diploma voor compositie. In datzelfde jaar volgde hij nog vervolmakingsstudies bij Ottorino Respighi en deed hij een dirigentenstage bij het Filharmonisch Orkest van Rome, terwijl hij regelmatig optrad als solist. 

In 1932 werd Rosseau opgeroepen voor zijn militaire dienstplicht in België en het gezin verhuisde terug naar Gent. In 1940 werd hij als soldaat gekwetst aan zijn hand en eindigde zijn carrière als concertviolist. Hij legde zich vanaf dat moment toe op compositie. 

Componist

Al voor het uitbreken van WO II experimenteerde hij als één van de eersten in Vlaanderen met elektronische compositie en dodecafonie. Toen in 1963 in Gent het Instituut voor Psycho-akoestiek en Elektronische Muziek opgericht werd, ging hij er les volgen bij Lucien Goethals.

De opuslijst van Norbert Rosseau telt 121 werken. Uit zijn oeuvre blijkt een brede interesse in stijlperiodes, compositiestijlen, poëzie en literatuur. Hij componeerde werken voor soli, koor en orkest, kamermuziek, oratoria, liedcycli, missen, passies, balletten, de opera Sicilienne en werken met of voor elektronica en verschillende werken voor kleinere bezetting.

Hij was even sterk gefascineerd door de oude kerkmodi, het gregoriaans en de Griekse monodie, als door experimenten met elektronica en concrete muziek, waarvan zijn Electronische Mis (1967), met als basismateriaal bandopnamen van knapenstemmen, een kristallen beker en neertikkende waterdruppels, een voorbeeld is.

 

Het Passieverhaal volgens Mattheus, een koorpassie zoals bij Jacob Obrecht en Orlandus Lassus, zonder solisten.

Passieverhaal volgens Mattheus

Rosseau was een diepgelovig man en uitte dat in zijn aandacht voor religieuze muziek. In de jaren ‘60 groeide een intense samenwerking met de Schola Cantorum van de Gentse Sint-Baafskathedraal. De dirigenten van dit kathedraalkoor, Noël Van Wambeke en Pros Goethals, wezen Rosseau op de belangrijke (r)evolutie die het Tweede Vaticaans Concilie voor de kerkmuziek zou betekenen door de overschakeling van Latijn naar de volkstaal. De componist wilde graag meewerken aan die vernieuwing en componeerde op hun uitnodiging enkele werken op Nederlandse tekst voor de kathedraal. Tot die composities behoren twee passieverhalen, één volgens Johannes en één volgens Mattheus.

Aan dat laatste werk componeerde Rosseau van 1969 tot 1975. Hij koos voor een koorpassie, zoals bij de Vlaamse polyfonisten Jacob Obrecht en Orlandus Lassus. Het koor zingt dus alle teksten, er zijn geen solisten. Een koorpassie moet het evenwicht zoeken tussen de narratieve stukken van de verteller, de dialoog tussen de verschillende figuren uit het passieverhaal en de turba-delen. Dat is niet eenvoudig als er geen solisten voorhanden zijn. 

Tekst over het passieverhaal uit: programmaboekje bij de cd Het Passieverhaal volgens Matteüs door Robert Rosseau gezongen door Goeyvaerts Consort o.l.v. Marc Michael De Smet.

Koorwerken (selectie) 

  • Stabat Mater (1957) voor gemengd koor, beluister het hier.
  • La Messe des morts (1959) voor SATB, beluister het hier.
  • Mattheuspassie (1969-1975) voor SATB, beluister het in de video hier beneden.
deeltje uit Mattheuspassie door Aquarius o.l.v. Marc Michael De Smet
Deel deze pagina