O salutaris hostia
Tabs
Aan de slag
Thomas van Aquino
De tekst is van de hand van Thomas van Aquino (1225-1274), geschreven voor de lauden op Sacramentsdag, nl. de hymne Verbum supernum prodens. De laatste twee strofen daarvan O salutaris hostia werden later toegevoegd door de Cisterciënzers en door menig componist afzonderlijk op muziek gezet.
Colla parte?
Voor iedereen die van Vlaamse romantiek houdt, is dit een haalbaar werkje. De voortekening schrikt sommigen in eerste instantie misschien af, maar in feite laat het geheel zich gemakkelijk zingen. De componist werkt bovendien niet met extreme tessituren. De compositie kan onderverdeeld worden in vijf zinnen:
- A: maat 1 tot en met maat 8
- B: maat 9 tot en met maat 15
- C: optijd van maat 16 tot en met maat 21
- D: optijd van maat 22 tot en met 27
- E: Amen: tweede helft maat 27 tot het slot
Het aanleren van dit werk kan het beste per zin gebeuren. Grote struikelblokken zijn er niet. De la kruis in de tweede zin heeft wel wat extra aandacht nodig, zowel in stijgende als in dalende lijn. De orgelbegeleiding ondersteunt het koor voortdurend; helemaal colla parte is het niet, maar het komt dicht in de buurt. In principe zou de orgelbegeleiding dus weggelaten kunnen worden, maar toch raden we aan om het met begeleiding uit te voeren, het geeft het geheel meer warmte en kleur.
Homofoon versus unisono
O salutaris hostia is een overwegend homofone compositie. Meestal is het werk 4-stemmig opgevat, behalve van maat 16 met optijd tot en met maat 21 met de tekst “De enige, drie-eenge Heer, zij eeuwig alle lof en eer”. Hier gebruikt De Boeck bewust een krachtige eenstemmige passage.
Tempo en dynamiek
De componist geeft als tempo andante aan. Voor het dirigeren kunnen we daar eigenlijk twee kanten mee uit. Het kan gedirigeerd worden in vier, maar het kan ook in een trage twee. Indien je zou opteren om het in twee te dirigeren is het wel noodzakelijk om op bepaalde plaatsen een onderverdeling te maken. Bijvoorbeeld voor de inzet van Uni trinoque Domino omwille van de optijd. Dit geldt ook voor maat 22 met optijd. Het Amen uit het slot kan je best in vier dirigeren omwille van de rallentando. De dynamiek is zeer belangrijk bij de uitvoering van dit werk. De aanwijzingen in de partituur gaan van p naar ff met alles wat daar tussen ligt. Verzorg deze dynamische verschillen goed, maak ze groot genoeg, bouw een crescendo gelijkmatig op en leg een decrescendo niet te snel neer. Met zijn 29 maten valt dit werk in de categorie van de kortere werken: dat is handig om in te studeren, maar ook handig naar gebruik in de liturgie toe.
Deel deze pagina
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
4 x per jaar houden we je op de hoogte van repertoirenieuws, info over Vlaamse componisten, nieuwe aanwinsten in onze bib, webshop of vrij te downloaden partituren op Koorklank
Reageer op deze partituur
Login of registreer om te kunnen reageren