Fall

Tabs

Aan de slag

In de herfst van 2015 bezorgde Gerd Van Riel (1967, gewoon hoogleraar aan de faculteit Wijsbegeerte KUL) me deze tekst in het Nederlands. Op mijn vraag maakte Gerd hiervan ook een Engelse versie, die hij zelf nog beter vond passen. Met herfstige bosgronden en mistslierten in gedachten schreef ik dit werkje.

Gekleurde harmonie en maatwisselingen

In grote lijnen heeft dit werkje een ABA’-vorm. Er wordt gebruikt gemaakt van twee ideeën en een beperkt aantal akkoorden die bijgekleurd worden. De ‘gekleurde’ harmonie geeft een beetje een clusteridee. Koren die dit niet gewend zijn hebben waarschijnlijk wel een beetje inlooptijd nodig. Tal van inzingoefeningen kunnen helpen om te wennen aan deze klankkleur en om de durf van de zangers om dissonanten te zingen (die niet steeds oplossen) aan te sterken. De melodieën volgen sterk het ritme van de tekst. Dat leidt tot maatwisselingen die een vrijer elan geven aan de muziek. Een ander aandachtspunt is de ruime tessituur die in elke stem wel even aan bod komt.

Het begin

Het begin is homofoon, even ondersteund door een pedaaltoon in A1. De tekst bouwt fragmentarisch op, de muziek mag dat dus ook doen. Opletten voor ‘v’ en niet ‘f’ bij above, damp black (medeklinkers niet samentrekken), en veel ‘o’ en weinig ‘il’ bij soil. Vanaf maat 6 splitst de sopraanpartij op, zodat er drie partijen ontstaan. Elke partij zingt quasi de zelfde melodie, die – ondanks de notatie met maatwisselingen – dus ook dezelfde frasering moet hebben. Dat geeft het effect van een bewegende cluster. De alten gaan daar tegenin met kwartnoten. Het akkoord dat hieruit ontstaat (maat 10) wordt wisselend aangehouden (‘holding on tenaciously for now’). Bij inoefening kunnen S1 en A1 (la groot) en S2-3 en A2 (sol groot) apart genomen worden. Vanaf maat 14 hernemen S1-2 het clustermotief terwijl S1 en A1-2 het eerste thema hernemen. Speciale aandacht vraagt de slotnoot van dit deel, die voor elke stem dezelfde is (si.)

De overgang naar het vervolg, elke stem re, moet met de nodige zorg gebeuren. In maat 17 ontvouwt zich een waaier binnen het akkoord van re groot. Vanuit eenstemmigheid bouwt het geheel weer op. In maat 18 hebben S1 en A1-2 weer een cluster. Die maat staat ook in 5/4, waarin beter niet geademd maar wel een kleine cesuur genomen wordt tussen dye en against. Hue and dye mag op aanraden van de tekstschrijver een beetje klinken als ‘You and I’… Foil op het einde vraagt weer veel ‘o’ en een weinig ‘il’ op het einde. Dit deel eindigt op het akkoord van si klein, gekleurd met do#.

Het middendeel

A1 zorgt voor de overgang naar het middendeel. Het middendeel (maat 22) neemt een iets vlotter tempo en bouwt ook in één grote beweging op naar het slotakkoord. S1-2 en A2 imiteren elkaar, A1 geeft ondersteuning. Het geheel kruipt steeds hoger (met kleine clusters) om opnieuw te eindigen op het akkoord van si klein. Alten verdienen de nodige aandacht voor de hoge noten (evt. kopstem gebruiken). Bij de woorden realize, sighs en pall is de eerste noot steeds de belangrijkste. De volgende noten behoeven geen klemtoon.

Het slot

Vanaf maat 37 hernemen we het begintempo. S1-2 zetten aan en A1-2 schuiven in de lijn van de sopranen in: De sopranen hebben ‘no breath’ tussen maat 39-40, en alten zetten in op maat 40. In maat 41 komt life bij S1 vroeger dan in de andere stemmen. Dat mag er zeker een beetje uitkomen. Dit verwijst weer kort naar het clustermotief. In maat 43 wordt het eerste thema hernomen, maar nu verdeeld over de verschillende stemmen. Let op: extra kleuring door sol#, in tegenstelling tot het begin. Bij their en after hoef je geen geen slot-r uit te spreken. De laatste frase start in maat 48 en herneemt het waaieridee. Opnieuw verwijst S1 nog even naar het clustermotief. Het slot heeft als opbouw kwart-kwint. Een open en herfstig kil einde…

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren