When this blasted war is over

Tabs

Aan de slag

De bundel Les Voix Perdues bundelt een aantal fijne arrangementen van oorlogsliederen van de hand van Geert Van der Straeten. Ondertussen ontvingen we van diezelfde hand opnieuw een zeer bruikbaar a capella arrangement van de bekende traditionele melodie When this blasted war is over.

Flexibele bezetting en compositie

De bezetting is flexibel: ofwel laat je het werk door gemengd koor SATB uitvoeren, ofwel zing je het met een SAB-koor en zoek je een (koor-)solist voor de tenorlijn die de melodie heeft. Naar het einde van het werk moduleert het arrangement. Als die passage te hoog is voor de zangers, kan je na strofe 2 da capo naar het begin gaan en ontwijk je de modulatie.

Chromatiek

Het werk bevat regelmatig chromatiek: dalende chromatiek als uitdrukking van het triestige, lijden, uitzichtloze, stijgende chromatiek als uitdrukking van hoop dat er ooit een einde aan komt. De stijgende chromatiek mag dus met de nodige aandrang gezongen worden, de dalende dan weer eerder moedeloosheid suggererend.

Aandachtspunten

Het werk start in F, maar gaat in de vierde maat even naar d, om de vijfde maat terug in F te starten. Vooral die laatste overgang moet goed voorbereid worden. De chromatiek in de alt vraagt daarbij de nodige aandacht.

Na 8 maten inleiding start de tenor met de melodie in maat 9. Het is de bedoeling dat dat heel vertellend wordt gezongen en dus niet strak van ritme, wel met heel veel presence.

De chromatische figuurtjes in maat 12 (alt en bas), maat 18 (bas) en maat 20 (sopraan en alt) kunnen als ‘Seufzer’ (zuchtend) uitgevoerd worden: benadruk daarvoor de chromatische voorslag en zing de volgende noot iets zachter.

Een aandachtspunt voor de tenor is maat 21 tot 24. Maat 9-10 en 13-14 eindigt de tenor telkens op fa-re, maat 22 zullen ze dus ook fa-re willen zingen, maar hier is het fa-fa. Maat 15 en maat 23 zijn melodisch hetzelfde maar maat 15 heeft een hopritme en maat 23 niet. Zorg dat de zangers zich daar bewust van zijn.

Maat 41 start hetzelfde als het begin, maar gaat in maat 44 moduleren (van F naar G). Benut vooral de spanning van de dissonanten (door de harmonische vertragingen) in maat 45 tot 48 door een beetje crescendo te maken naar de dissonant en terug decrescendo naar de eerstvolgende oplossingsnoot.

Vanaf maat 49 krijgen we dezelfde melodie als in maat 9, maar nu in G en met meer ritmische beweging en stuwing in de overige stemmen. Het is belangrijk dat sopraan, alt en bas goed regelmatig blijven en niet versnellen of vertragen. De aandachtspunten in de tenor van het eerste deel zijn ook hier van toepassing.

De laatste vier maten (61-64) worden iets zachter herhaald (65-68) – alsof je je erbij neerlegt…

 

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren