Partituren
- Adriaan Willaert (1)
- Bart Verstraeten (4)
- Carl Van Eyndhoven (4)
- Chris Dubois (1)
- Cypriano De Rore (1)
- Dirk De Nef (1)
- Frank Agsteribbe (1)
- Geert Van der Straeten (3)
- Gilles Binchois (1)
- Hans Helsen (2)
- Hayne Van Ghizeghem (1)
- Heinrich Isaac (1)
- Hubert Waelrant (1)
- Jacob Obrecht (1)
- Jacobus Clemens non papa (1)
- Jan Moeyaert (1)
- Jan Van Landeghem (1)
- Jan Van der Roost (2)
- Jeroen D'hoe (1)
- Johan Sluys (1)
- Johannes Ockeghem (1)
- Joris Derder (1)
- Josquin Desprez (1)
- Koen Vits (2)
- Kristiaan Van Ingelgem (1)
- Lara Denies (1)
- Lode Dieltiens (1)
- Lucas Robert Van Vlierberghe (1)
- Lucien Posman (2)
- Ludo Claesen (2)
- Maarten Van Ingelgem (2)
- Mark Joly (1)
- Martijn Dendievel (1)
- Nicolaas Gombert (1)
- Noah Thys (1)
- Norbert Rosseau (1)
- Orlandus Lassus (1)
- Paul Schollaert (1)
- Peter Benoit (1)
- Peter Pieters (1)
- Peter Pázmány (1)
- Roland Coryn (3)
- Sebastiaan van Steenberge (1)
- Sibel Dinçer (1)
- Stef Minnebo (1)
- Stefaan Vanheertum (4)
- Stephan Laschet (1)
- Stijn Dierckx (1)
- Vic Nees (8)
- Young Composers Project (9)
Jezus uw naam is honig is een vierstemmig deeltje uit Anima Christi. Het veertiendelige werk ontstond in opdracht van de Vlaamse jezuïetenorde die in 1990 450 jaar bestond. In 1991 was het tevens 500 jaar geleden dat stichter Ignatius geboren werd. ‘Anima Christi’ zijn de eerste woorden van een gebed dat Ignatius in zijn Geestelijke oefeningen warm aanbeveelt. Samenstelling en vertaling van de teksten zijn van Albert Boone, zelf ook jezuïet. Het geheel is voor 3 vocale en acht instrumentale solisten, gemengd koor en congregatie: Anima Christi is immers bedoeld als liturgische dienst, het volk zingt op bepaalde plaatsen korte herhalingen van de melodie. Het Gents Madrigaalkoor o.l.v. Johan Duyck zorgde in 1990 voor de creatie ervan in de prachtige jezuïetenkerk Carolus Borromeus in Antwerpen. Jezus, uw naam is honig is één van de twee gebeden uit het geheel en het vijfde deel uit het werk.
Katootje – soms gespeld als Catootje – of voluit Ik ben met Katootje naar de botermarkt gegaan is een stapelliedje met een kettingrefrein: delen uit de strofes en eerdere strofes worden herhaald, meestal in omgekeerde volgorde.
Het liedje is ontleend aan het volks- en straatliedje Ik ben met mijn Catootje naar de Rozenstraat geweest, dat al bestond in het begin van de 19de eeuw.
Konnichiwa, aka-chan! is een een japans traditioneel slaapliedje. In de bewerking van Ludo Claesen (°1956) wordt eenstemmigheid bij de Japanse begroeting Konnichiwa afgewisseld met eenvoudige meerstemmigheid. Dat maakt deze mooie bewerking toegankelijk voor elk gemengd koor.
Vanaf Dufay zou het profane lied l'homme armé één van de meest geliefde cantus firmi worden. Het ontstond in de tweede helft van de 15de eeuw. De populaire melodie werd verwerkt in meer dan dertig missen tijdens de renaissanceperiode, waarvan die van Dufay, Ockeghem en Busnois de vroegste in de reeks zijn. Jacob Obrecht bracht hulde aan zijn leermeester Antoine Busnois door diens opbouw van deze melodie als cantus firmus identiek over te nemen in zijn Missa l'homme armé.
Het Kyrie uit de Missa Brevis II werd geschreven voor het koor van zijn vader. Het klinkt vertrouwd tonaal en integreert toch hedendaagse elementen. De muziek en de aanwijzingen van de componist ondersteunen volledig de intentie van het gebed in de liturgie. De partituur is eerder eenvoudig, maar kent ook uitdagende passages. Door het trage tempo zijn ademsteun, homogene klinkers en onderhouden spanning belangrijk. Een goede stemoefening! Het werk is bruikbaar in de liturgie en tijdens concerten. Op www.koorklank.be vind je het Kyrie terug met didactische tips. Het vervolg van de mis kan je verkrijgen via de componist.
Maarten Van Ingelgem (°1976) liet zich inspireren door het Afrikaanse Lamtietie Damtietie. De auteur van de tekst, Cornelis Jacob Langenhoven (1873-1932), geldt als één van de bekendste Afrikaanse schrijvers en ijverde als parlementslid voor het Afrikaans als officiële taal in Zuid-Afrika. De poëtische tekst werd verklankt in een sfeervol hedendaags wiegenlied voor een kinder-, jeugd- of vrouwenkoor dat niet afgeschrikt wordt door sprechgesang en gefluit. Opgedragen aan Ida & Ellis, dochtertjes van Van Ingelgem.
De nieuwe compositie van Sebastiaan van Steenberge is een uitdaging voor een amateurkoor en een verfrissend liturgisch werk.
Le prince et le renard van Peter Malisse is een vijfstemmige compositie voor vijfstemmig vocaal ensemble (SATBaB). De tekst parafraseert de bekende passage uit Le petit prince van Antoine de Saint-Exupéry.
Les Roses van Bart Verstraeten (°1981) werd geschreven voor het kamerkoor Helicante uit Meise onder leiding van Geert Vromans, in het kader van hun concert De Liefelijke lente. De compositie is gebaseerd op het gedicht Les Roses (uit de dichtbundel Dans la fournaise) van Théodore de Banville, een tijdgenoot van o.a. Debussy en Ravel.
Roland Coryn schrijft met zijn Let down the bars, O Death! een gevoelige compositie. Het werk weerspiegelt de treurige sfeer die de tekst van Emily Dickinson weergeeft. Een kort, expressief en eenvoudig werkje dat menig gemengd koor zal kunnen bekoren. Je vindt het stuk ook terug in de bundel Roland Coryn. Songs and Song Cycles for mixed Choir a cappella on English and American poetry die in 2013 door Musikproduktion Höflich in München uitgegeven werd en waarin je meteen veel ander moois van de componist aantreft. Nu te bestuderen en in te oefenen via www.koorklank.be.
Pagina's
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
4 x per jaar houden we je op de hoogte van repertoirenieuws, info over Vlaamse componisten, nieuwe aanwinsten in onze bib, webshop of vrij te downloaden partituren op Koorklank